Lozen van afvalwater :

Wie water verbruikt, produceert ook afvalwater. Hoe je daar mee moet omspringen hangt af van het soort afvalwater. In Vlaanderen maken we een onderscheid tussen huishoudelijk en bedrijfsafvalwater. Voor de lozing van bedrijfsafvalwater gelden vaak extra wettelijke verplichtingen.

Huishoudelijk afvalwater is afvalwater dat enkel bestaat uit water afkomstig van normale huishoudelijke activiteiten, sanitaire installaties, keukens, de reiniging van gebouwen zoals woningen, kantoren, kazernes, onderwijsinrichtingen met of zonder internaat, kapsalons, restaurants, drankgelegenheden en afvalwater afkomstig van wassalons waar de toestellen enkel door de klanten zelf worden bediend. Het lozen van huishoudelijk afvalwater is in principe niet gebonden aan een omgevingsvergunning indien afkomstig van woongelegenheden.

Bedrijfsafvalwater is alle afvalwater dat niet voldoet aan de definitie van huishoudelijk afvalwater (of koelwater). Als huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater samen geloosd worden, wordt het geheel gezien als bedrijfsafvalwater.

Voor bedrijfsafvalwater is er een onderscheid tussen:

Bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen :

Dit afvalwater bevat geen gevaarlijke stoffen vermeld in bijlage 2C bij titel I van het VLAREM of bevat geen gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van titel II van het VLAREM. Een slagerij valt onder deze rubriek.

Bedrijfsafvalwater met gevaarlijke stoffen :

Wat volgens de wetgeving gevaarlijke stoffen zijn, is terug te vinden in bijlage 2C bij titel I van het VLAREM. Het indelingscriterium GS bepaalt vanaf welke concentratie afvalwater beschouwd moet worden als bedrijfsafvalwater met gevaarlijke stoffen.

Als je de afwas doet of het toilet doorspoelt, dan verlaat dit afvalwater het gebouw langs je privéwaterafvoer. Als er nog geen riolering ligt in de straat of je zuivert zelf je afvalwater met een IBA, dan loos je het afvalwater ter plaatse in een gracht, waterloop of in de bodem. In alle andere gevallen wordt het afvalwater opgevangen in een riool.

Jouw gemeente heeft de taak om het afvalwater in te zamelen en tot een bepaald punt te transporteren. Eens een bepaalde hoeveelheid afvalwater verzameld is, neemt het gewest de taak over. De gewestelijke collectoren voeren grote hoeveelheden afvalwater af naar een rioolwaterzuiveringsstation.

Een groot nadeel van gemengde riolen is dat afval- en regenwater in eenzelfde buis terecht komen, waardoor ook het propere regenwater, afvalwater wordt. Als de riolen dan overstorten, komt er ongezuiverd afvalwater in de waterlopen terecht of op straat.

Bij een gescheiden riolering wordt dit probleem grotendeels opgevangen door het regenwater niet te mengen met het afvalwater. Het regenwater kan op die manier lokaal afgevoerd worden naar de waterloop of het grondwater i.p.v. via de waterzuivering te moeten passeren.

Het afvalwater, al dan niet gemengd met regenwater, dat op het zuiveringsstation toekomt, wordt in verschillende stappen biologisch gezuiverd totdat de kwaliteit voldoende is om het te lozen in een waterloop.