Afvalstromen
Het aanbieden van selectieve afvalstromen speelt een grote rol in het sluiten van materiaalkringlopen. Bedrijven zijn daarom, net zoals de huishoudens, verplicht te sorteren.
In totaal moeten 21 afvalstromen apart gehouden worden door de bedrijven.
De Vlaamse afvalstoffenwetgeving VLAREMA, bepaalt in artikel 4.3.2. dat tenminste volgende afvalstoffen apart moeten worden ingezameld:
1° klein gevaarlijk afval van vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong;
2° glasafval;
3° papier- en kartonafval;
4° gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten;
5° groenafval;
6° textielafval;
7° afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;
8° afvalbanden;
9° puin;
10° afgewerkte olie;
11° gevaarlijke afvalstoffen;
12° asbestcementhoudende afvalstoffen;
13° afgedankte apparatuur en recipiënten die ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bevatten;
14° afvallandbouwfolies;
15° afgedankte batterijen en accu’s;
16° houtafval;
17° metaalafval;
18° pmd-afval;
Vanaf 1 juni 2018:
- 19° recycleerbare harde kunststoffen;
- 20° geëxpandeerd polystyreen (zuiver piepschuim van verpakkingen met bolletjesstructuur);
- 21° folies (folies die worden gebruikt als secundaire verpakking of tertiaire verpakking)
In veel gemeenten kan afval afkomstig van bedrijven mee aangeboden worden in de reguliere ophaling van huishoudelijk afval. Maar dit hangt af van gemeente tot gemeente. Gemeenten zijn er niet toe verplicht om afval afkomstig van bedrijven mee te nemen in hun ophaalronde van huishoudelijke afvalstoffen. Deze hoeveelheid is begrensd op:
- 3 restafvalzakken van 60 liter per tweewekelijkse ophaling of één container van 22,5 kg restafval per tweewekelijkse ophaling;
- voor pmd-afval is de maximum hoeveelheid 4 zakken van 60 liter per tweewekelijkse ophaling;
- voor papier en karton is dat 1 m³/maand.
Informeer steeds bij de milieudienst van uw gemeente of uw bedrijf beroep mag doen op de gemeentelijke inzamelronde.