Afval

Het afvalstoffenbeleid in ons land is in handen van de drie gewesten.

Het doel van hun beleid is de gezondheid van de mens en het milieu te vrijwaren tegen de schadelijke invloed van afvalstoffen en de verspilling van grondstoffen en energie tegen te gaan. De drie gewesten baseren zich hiervoor op dezelfde hiërarchie voor het behandelen van afval:

  1. Preventie: Het voorkomen van zowel de hoeveelheid als de schadelijkheid van afvalstoffen is de eerste stap. Voorkomen is beter dan verwerken. Bovendien is het van belang om het gebruik van producten die eenmaal in de afvalfase schadelijk zijn te voorkomen.
  2. Hergebruiken: Bepaalde afvalsoorten kunnen niet voorkomen worden, maar ze kunnen misschien wel hergebruikt worden. Enkele voorbeelden: breng kleren, elektrische toestellen, meubelen … die u zelf niet meer gebruikt naar een kringloopwinkel, gebruik herlaadbare batterijen …
  3. Recycleren: Afvalstoffen die niet voor hergebruik dienen, kunnen meestal wel gerecycleerd worden. Ze bevatten grondstoffen die opnieuw gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld plastic, glas, papier … Afbeeldingsresultaat voor afval recycleren
  4. Verbranden: Bepaalde afvalstoffen komen ook niet in aanmerking voor recyclage. Zij moeten bijgevolg op een milieuverantwoorde manier verbrand worden. De meeste verbrandingsinstallaties proberen de vrijgekomen energie te recupereren voor elektriciteit, warmte …
  5. Storten: Dit is de laatste toevlucht. Slechts als de afvalstof niet verbrand kan worden, mag ze gestort worden. Enkele voorbeelden: keramische tegels, toiletpotten … Sluikstorten is verboden en kan zwaar beboet worden.